Natuurlijk De Schoot (februari 2020)


Wat hebben we toch weer een mooi jaar achter de rug. Heerlijk weer, fijne temperaturen en prima mensen om mee rond te gaan. Alleen de laatste twee maanden laat het lekkere weer ons een beetje in de steek met nogal wat water. Positief is wel dat de baan prima kan herstellen van weer een hele droge zomer.
Overspel?
In het voorjaar viel het allemaal nog reuze mee, en hebben we kunnen genieten van o.a. meerkoetjes met jong en de Canadese ganzen met jongen. Raar koppel trouwens die ene ‘Canadees’ met een grauwe gans samen met een stel jongen. Wat was hier aan de hand? Overspel in de vogelwereld, het zou zomaar kunnen. Benieuwd hoe deze eventuele hybride gansjes eruit komen te zien. Iedere week weer goed kijken welke kant ze op zouden gaan. Uiteindelijk werden het volgens mij gewone Canadese ganzen. De hybride Canadees/ grauwe ganzen die ik ken, hebben toch echt een andere tekening. Naar mijn idee was de grauwe gans gewoon een invalmoeder of -vader, omdat de echte verdwenen was, of opgevreten, of wat dan ook. Ik kan me vergissen, maar volgens mij moet er zoiets gebeurd zijn. Al met al was het toch weer prachtig hoe snel die gansjes, ganzen werden. Hopelijk volgend jaar weer genieten van dat jong spul.
Wat me dit jaar zeker opviel, was het gemis van de koekoek. Normaal hoor je die toch vaak zat roepen, maar dit jaar heb ik er maar eentje gezien en die hield ook nog eens zijn mond, afwachten maar wat er in het voorjaar weer onze kant uitkomt. Ook het ijsvogeltje heb ik dit jaar maar één keer gezien. Dit jaar ook deze mooie vogel maar wat vaker op onze golfbaan!
Wilde bloemenstrook
En hoe mooi was de aanleg van de bloemenstrook langs hole 2. Een redelijk nutteloos stuk grond van de baan welke ineens een prachtige functie krijgt. Bijen, zoals de gewone honingbij, sachembij en diverse hommels waren er volop te vinden. Vliegen, waaronder een flink aantal verschillende zweefvliegen, zoals gewone pendelvlieg, doodskopzweefvlieg en snorzweefvliegen waren er ook volop. De doodskopzweefvlieg is er eentje waarbij velen meteen in de stress schieten, omdat hij wat weg heeft van een wesp of bij, maar het is maar een gewone mooie vlieg met een doodskopachtige tekening op de rugplaat. Vlinders waren er natuurlijk ook met die bloemenpracht, al heb ik wel het idee dat het minder was dan voorgaande jaren. Er zijn nu ook een aantal vlinderstruiken geplant, dus wie weet wordt het volgend jaar weer een prima vlinderjaar. Al dat klein spul zijn de initiatiefnemers beslist dankbaar, net als leden die dit ook waarderen. Hopelijk zaait het zichzelf mooi uit en kunnen we volgend jaar daarvan weer genieten.
Nestkasten
Met de nieuwe nestkasten tussen hole 2 en 6 is er weer wat nieuws om volgend jaar te volgen. Hopelijk veel spreeuwen met jong, die de baan toch weer ten goede komt. Voor komend seizoen:

Kijk, luister en geniet!


Carl Nolte

Even wat cijfers van 2019:
• Vogels 74 soorten
• Libellen 19 soorten
• Dagvlinders 13 soorten
Ik kom ongeveer één keer per week dus deze aantallen vallen niks tegen. Er moet meer zijn, dus houd allemaal de ogen en oren open.

Natuurlijk De Schoot (februari 2019)
Wat hebben we een droogte gehad. Er zal nog heel veel moeten vallen om het tekort in te lopen. Natuurlijk heeft het watertekort ook invloed op alles op en rond de golfbaan.
Iedereen is het wel opgevallen dat de bloeiende planten, die vorig jaar in overvloed in bloei stonden, dit jaar mondjesmaat hun bloemen lieten zien. De vlasbekjes langs hole 2 waren haast niet te vinden. En de orchissen heb ik niet in bloei zien staan. De bramen langs het pad naar hole zeven waren “triestig”, evenals de hazelnoten die wel erg klein bleven. Toch waren er ook planten die die droogte heerlijk vonden. Ik heb zelden zo’n grote “struiken” melganzevoet gezien. En de prikneus op hole drie heeft het ook super gedaan. De natuur is sterk en hopelijk herstelt het zich weer, als het maar wel een beetje blijft regenen doordeweeks (niet in het weekend natuurlijk).
23 Juni ’s avonds werd er in heel Nederland en België naar nachtvlinders gekeken. Dit jaar voor het eerst ook op “De Schoot” bij hole vier. De vangst die avond viel ontzettend tegen. Elf soorten nachtvlinders en dan ook nog veelal de microsoorten. Leuke microsoorten waren o.a. de Syncopacma larseniella, Phalonidia manniana/udana en de Crassa unitella. Geen alledaagse soorten die je overal tegenkomt. Verder zagen we ook nog de Anania hortulata, Cosmia trapezina en veel exemplaren Autographa gamma. Voor volgend jaar toch eens kijken of we een beter plekje kunnen vinden, want het was jammer dat de echt mooie soorten zich niet lieten zien. Bij deze bent u allen uitgenodigd om in het weekend van 31 augustus 2019 mee te komen loeren naar deze fascinerende beestjes.
Soms heeft een rondje golfen op “De Schoot” meer weg van een safari, dan lig ik weer eens veel in het hoge gras, tussen bomen, struiken, water noem maar op, bijna geen fairway te bekennen. Het enige leuke daaraan (golfen is dan niet leuk) is dat je de wildernis van “De Schoot” ontdekt. Laatst had ik weer eens een safarirondje en liep ik met mijn neus tussen de eikjes. De bladeren zaten vol met wespengallen. Ik zie u al denken: “wespengallen, wespen hebben toch een wespennest”. En ja hoor dat klopt, alleen er zijn honderden wespen die wesp heten, maar totaal niet lijken op de ons zo bekende wesp. Terug naar de gallen. In korte tijd vond ik zo al vier verschillende wespengallen op de eiken. De gallen van de aardappelgalwesp, de ananasgalwesp, de eikenstuitergalwesp en de satijnen knoopjesgalwesp. Prachtige uitwassen waar een wormpje inzit, dat na verloop van tijd een prachtige galwesp wordt. Enfin, bal gevonden en weer een knal gegeven, natuurlijk weer ergens waar geen fairway is, maar mooi in de rough. Gelukkig snel kunnen vinden, maar naast mijn bal stond een prachtig inktzwammetje. Heel klein fragiel en ontzettend mooi. Vlak daarnaast stonden nog een paar plooirokjes, ook al van die mooie kleine dingen. Met een beetje fantasie zie je elfjes op de hoedjes zitten, of wie weet onze Jeroen wel! Voorzichtig verder spelen en eindelijk op de green, lijntje kijken, rotzooi aan de kant, weer even kijken en natuurlijk het is tenslotte safaridag, er kruipt iets door mijn lijn. Een prachtige rups van de zuringuil. Een algemene nachtvlinder die eigenlijk alleen mooi is in het rupsenstadium. Hup, putt erin, zooi opruimen en maar snel een pilsje om weer eens een ellendig rondje te vergeten. Maar was het zo ellendig? Eigenlijk helemaal niet, gewoon weer genoten van het buiten zijn, het zien en ontdekken van wat “De Schoot” ons steeds weer te bieden heeft. Tja, ik ben toch weer tevreden met mijn rondje.


Kijk luister en geniet.


Carl Nolte

 

 Natuurlijk De Schoot (februari 2018)


Wat een prachtig jaar hebben we toch weer achter de rug. Mooie en leuke wedstrijden, een hoop gezelligheid en veel plezier. Ook over het weer mogen we niet klagen, al was het ontzettend droog. Vooral het voorjaar was uitermate droog. Gelukkig hebben we een paar vijvers die aangevuld kunnen worden, dus hebben we toch nog water in de baan. Goed nieuws voor het ijsvogeltje, welke nog steeds regelmatig te bewonderen is. De droogte is ook goed nieuws voor droogteminnende planten. Iedereen heeft vast wel de gele bloemenzee rechts langs hole 2 gezien. Een prachtig gezicht al die vlasbekjes in bloei. Grappig is dat de bestuiving van deze planten alleen gedaan kan worden door sterke insecten, zoals hommels en bijen. Alleen zij zijn sterk genoeg om achter in de bloem te komen. Ik zou zeggen, loop er volgend jaar eens langs en zie en hoor de hommels en bijen gonzen rond de bloemen.
Dan nog een plant waar mijn oog op viel, de brede wespenorchis. Deze orchidee is niet echt zeldzaam, maar altijd leuk om ergens tegen te komen. Niet echt een mooi iets, maar wel een orchidee op onze baan. De bestuiving van de wespenorchis gebeurt uitsluitend door wespen, zoals de gewone wesp of de Duitse wesp.
Wat vogels betreft, heb ik niet veel geks gezien. De Canadese ganzen waren natuurlijk een genot om iedere keer weer tegen te komen. Pa en ma met kroost, marcherend over de baan. Tjonge, wat groeiden die kleintjes hard en wat waren ze snel niet meer van de ouders te onderscheiden. Hopelijk komend voorjaar weer op de baan te bewonderen. En wat te zeggen over de grote groep patrijzen die zeer regelmatig op onze baan rondscharrelden. Dat blijven, als je ze observeert, toch ook prachtige beestjes. Sta maar eens stil en bekijk zo’n zootje patrijzen eens, altijd is er wel eentje die de omgeving in de gaten houdt. Gaat deze ’wachter’ pikken, dan komt er een ander kopje naar boven. Als er dan gevaar is, is één piepje genoeg om de hele troep in dekking te krijgen. Mede dankzij de kruidenstroken en ruigtes, die de boeren rond de golfbaan op hun velden hebben, kunnen we genieten van dit soort beesten.
Ook zitten er een flink aantal insecten in die ruigtes die een geschikte habitat zoeken op de golfbaan. Zo hadden we in september een ook veel vloeivleklieveheersbeestjes op de baan. Dit is één van de ongeveer 70 soorten lieveheersbeestjes die we in Nederland kennen. Van die 70 soorten zijn er ongeveer 10 die als exoot te boek staan. Deze zijn ingevoerd ten behoeve van ongediertebestrijding, of zijn het land binnengekomen met ladingen van over de hele wereld. De bekendste is wel het Aziatisch lieveheersbeestje. Deze is ingevoerd om de luizenplagen te bestrijden. Nu is het bijna het meest voorkomende lieveheersbeestje in Nederland.
Een tijdje terug was ik, zoals iedereen, op de green aan het speuren naar pitchmarks. Mijn oog viel toen op een klein frummelbeestje welke normaal gesproken niet echt opvalt. Een weideschaduwwants, een mooi getekend exemplaar, midden op de green van hole 7. Er zijn ongeveer 641 soorten die in Nederland voorkomen, waarvan ongeveer 64 alleen in het water. Hoewel je het niet zou zeggen, behoren de wantsen tot de snavelinsecten, ze hebben een snavel (steeksnuit) waarmee ze planten en dieren leegzuigen. Hoewel sommige wantsen eruitzien als een kever, zijn wantsen zuigers en kevers knagers. Kijk eens goed rond op de greens tijdens reparatiewerk en ontdek ook wat van de kleine insectenwereld.


Kijk luister en geniet!

Carl Nolte

 

Natuurlijk De Schoot (november 2016)

De herfst is net aangebroken, dus een mooi moment voor een terugblik. Ook dit jaar hebben we weer veel jonge vogels kunnen zien op de baan. De Canadese ganzen met hun jong hebben we ‘prachtig’ van heel klein tot groot kunnen volgen.
Ook de nijlganzen hebben het prima naar hun zin gehad op en rond de vijver van hole 3, waar ook de ijsvogels weer prima hun best hebben gedaan om voor gezinsuitbreiding te zorgen. Al lopende over de baan zien en zagen we vele jonge witte kwikstaarten huppen en pikken naar voedsel. Waar we vorig jaar een boerenzwaluw op zijn nest zagen zitten, was er nu een witte kwikstaart goed bezig. Tot groot genoegen van mij, en ik neem aan van velen, waren er dit jaar opvallend veel patrijzen te zien op en rond de baan. De patrijs is een echte akkervogel, vaak te zien op akkers rond de golfbaan. Dekken en broeden doen ze graag in ruigtes die rond de akkers liggen. Kruidenrijke bermen en ruige oevers zijn favoriet. Deze plaatsen hebben we zeker op hole 3 voldoende. Om de patrijs en andere vogels te helpen, zou het niet zo verkeerd zijn om tijdens het broedseizoen een toegangsverbod in te stellen voor bepaalde stukken op de baan.
Nu we het toch over een toegangsverbod hebben, kijk af en toe eens in de bunkers en zie dat er gewoon slecht of niet wordt geharkt, blijkbaar is fatsoenlijk aanharken een kunst die velen niet bezitten. Tijdens mijn vele strooptochten op de baan heb ik er eentje betrapt op het ‘niet-harken’ en… die gaat aan de schandpaal. Misschien is het ook wel een fout van de greenkeepers door er niet voor te zorgen dat het juiste materiaal aanwezig is, maar ik heb ook niet gezien dat dat werd geprobeerd. Deze onverlaat is de bastaardzandloopkever. Deze kevers zitten graag op zanderige plaatsen, waar ze jagen op alles wat er in hun “tuintje” rondloopt. De bastaardzandloopkever is 1 van de 5 in Nederland voorkomende zandloopkevers, dus wie weet volgen er nog meer en worden onze bunkers omgebouwd naar zanderige zooi. Oplossing is misschien (heren greenkeepers) hele kleine harkjes en training, dan hebben we volgend jaar weer prachtige bunkers.
De laatste week zag ik op de greens van hole 3 en 4 een aantal coloradokevers rondhobbelen. Iedereen kent ze wel, die kever met zijn pyjama nog aan. Deze plaag voor de aardappelboer kwam in 1937 voor het eerst in Nederland voor en is, ondanks vele pogingen, onuitroeibaar gebleken. Vooral in warme jaren komt de kever veelvuldig voor. De larve van de coloradokever vreet al het loof van de aardappelplant en zorgt ervoor dat de aardappels onder de grond niet voldoende kunnen groeien. Eerst teveel regenwater, nu de coloradokever, “de friet wordt duur”.


Kijk luister en geniet!

Carl Nolte

 Natuurlijk De Schoot (januari 2016)


Half januari is het nu als ik dit schrijf, en de winter moet nog beginnen. Maar ook deze zachte wintermaanden hebben hun charme. Her en der bloeit er nog een plantje, op zonnige dagen vliegt er nog een overwinterende dagpauwoog rond en sommige vogels fluiten/roepen al als de beste. Het ijsvogeltje is alweer een aantal keren gespot en als we dit weer vasthouden, dan komt het dit jaar weer helemaal goed met deze vogeltjes.
De laatste tijd hoor ik steeds vaker op de baan het gelach van de groene specht (en dat is niet omdat ik weer eens een vreselijk slechte bal geslagen heb). Iedereen kent deze specht wel uit eigen tuin of park. Anders dan hun soortgenoten, zoals o.a. de grote bonte specht en de kleine bonte specht (er is ook nog een middelste bonte specht), die altijd in de bomen zitten, zit de groene specht meestal op de grond te foerageren en is dol op mieren. Hun groene rug zegt genoeg over de naam en is daarom goed te herkennen. Als je ergens een vogel hoort “lachen”, kijk dan eens rond naar een groene schicht met een golvende vlucht, en je hebt hem.
Tijdens een van mijn avontuurlijke zoektochten in de rough, kwam ik hem tegen. De rupsendoder, en dan niet Wim met allerlei gerei, gif en meer van die soort dingen. Nee een “ieniemienie” klein paddenstoeltje. Hoe komt een paddenstoel nou aan de naam rupsendoder? Heel simpel, zoals iedereen wel weet, plant een paddenstoel zich voort door middel van sporen. Deze sporen worden verspreid door de wind en kunnen dus overal terechtkomen. Een rups die niets vermoedend aan een blad of spriet knabbelt, kan dan meteen deze sporen opeten. “Hebben die kip” denken de sporen en beginnen langzaam te groeien in het lijf van de rups. Tegen de tijd dat de rups ondergronds gaat om te verpoppen, zet de paddenstoel een tandje bij en begint een groeispurt, waarbij hij de hele rups van binnen leeg eet, en zo komt de rupsendoder aan zijn naam. Dus ben je ook eens op safari in de rough van ‘De Schoot’ en je ziet een klein rood puntje boven het gras uitkomen, graaf dan eens met je vingers wat onder de paddenstoel en je zult een lijf van een rups vinden.
Van de rupsendoder gaan we naar een plantje, welke ik nog niet heb kunnen vinden op ‘De Schoot’. Je zou haast zeggen dat deze plant toch zeker in de buurt aanwezig moet zijn als ze er een pad naar vernoemen. Het zandblauwtje; iedereen kent het bord, net buiten het hek, als je van hole 6 naar hole 7 loopt. Het pad langs de green van hole 6 heet Zandblauwtje. Het zandblauwtje is een bewoner van schrale kalkarme zandgrond, heide en wegbermen. Dit plantje heeft zich fantastisch aangepast aan zijn groeiomgeving. Aangezien hij graag op droge, zanderige plaatsen groeit, heeft hij een wortelstelsel welke wel een meter diep op zoek naar water gaat. Prachtig plantje met zijn talrijke kogelronde blauwe bloemen. Dit jaar ga ik eens wat intensiever op zoek naar dit plantje, dus ligt mijn bal weer eens ergens in de rotzooi, dan ben ik gewoon op zoek naar het zandblauwtje. Mocht ik hem tegenkomen, dan zult u dit beslist lezen in het volgende blad.
Tegen de tijd dat dit blad bij u op de deurmat ligt, zijn we al in het voorjaar aanbeland. De eerste zomergasten zullen arriveren en hun mooiste lied ten gehore brengen, dus:


“Kijk, luister en geniet”!


Carl Nolte